...is slechts drie meter lang en krap twee meter breed, dus valt er niet zo heel veel te versieren met planten op die oppervlakte.
Maar:
laat mijn tuintje klein zijn, het is hóóg!
Net zo hoog als de hoven, erven en landerijen om mij heen.
Dus:
besloot ik de hoogte in te gaan met mijn Heerlijk Hofje Zondagssteek.
Daar ben ik de afgelopen week druk doende mee geweest en het effect mag er wezen.
Vind ik.
Bij de supermarkt graaide ik voor een habbekrats twee rozenbogen uit de bak
met aangenaam forse korting.
Na een uurtje knutselen zaten ze in elkaar en zette ik ze in mijn hofje:
Eén vooraan tegen de plantenbak met bonte kornoelje en astilbe
en
één op het achterste eindje van mijn postzegel tuintje, tegen de plantenbak met kornoelje en astilbe.
De kornoeljes kan ik wat omhoog en voorover in een boog leiden, als ze uitgroeien.
Rechts achterin tegen de boog heb ik de clematis ge/verpoot.
Vanaf het achterommetje gezien:
En vanaf mijn tuinstoel:
Lelijk vind ik die uitlaat van een gevelkachel in de muur van de voormalige muziekschool.
Die muziekschool, die al jaaaaaaren leegstaat, waar niets mee gedaan wordt,
die staat te verkrotten waar ik bij sta.
Maar goed, dat is een ander verhaal.
Maar goed, dat is een ander verhaal.
en
Het is nog steeds mijn uitzicht.
Maar niet lang meer!
Als alles lekker gaat groeien, klimmen en vullen, zit ik straks met veel privacy als een soort
juffertje in het groen in mijn eigen Heerlijk Hofje.
***
Vanmorgen twee grote broden gebakken voor de lievelingen in Oosternijkerk.
Tegen vijven heb ik ze bij hen thuis afgeleverd, kon ik meteen mijn rondje Aalsum doen;
met een flinke uitloop en op de fiets, maar ik had in elk geval weer mooi wat kilometers beweging gehad.
Naar Oosternijkerk ging ik via de Aalsumerweg,
waar de oudste man van Nederland woont.
Altijd, als ik langskom, wandelend of fietsend, en hij zit in zijn stoel voor het raam, zwaaien we naar elkaar.
Hij is altijd even opgewekt en vriendelijk.
Ik mag hopen, dat ik ook zó vriendelijk en vrolijk oud mag worden.
***
Tegen zessen uit Oosternijkerk terug fietsend naar Dokkum, kocht ik in de kraam van een boer langs de weg vijf pompoenen, die gemiddeld 1750 gram wegen.
€ 1,- per stuk.
Nou dat kost je de kop niet, zou ik zeggen.
€ 1,- per stuk.
Nou dat kost je de kop niet, zou ik zeggen.
Thuisgekomen werd de tas met lege potten uit de kelder gehaald.
Ze werden nog eens goed heet afgewassen
en klaargezet voor morgenochtend, als ik een eerste lichting pompoenmarmelade
naar het recept van Annemiek ga maken.
Ook bak ik morgen nog een paar meergranenbroden, om er ééntje mee te nemen als ik zondag op familiebezoek in Wageningen ga.
Een pot pompoenlekkers gaat uiteraard ook mee...
In de tas, in de (bel!)bus, in de trein, vier keer overstappen, hink stap sprong op zondag in het openbaar vervoer uit de kop van Friesland.
Een ommelandse reis van 4 uur en 21 minuten enkele reis, maar ach, ik hoef maar te gaan zitten...
En de voordeeldrogist had naast zijn Kruid voor mij een treinkaartje in het Vat, ook voor een habbekrats.
Kijk, dan kun je nog eens leuk de hort op.
***
Tot zover voor vandaag.
Ik ga de koffer in.
Eerst nog lezen. Altijd.
Ik heb weer een mooi, boeiend boek uit de bieb,
dat ik maar moeilijk weg kan leggen.
Misschien lees ik het wel uit.
Morgen moet ik tenslotte niets.
Ook niet van mezelf.
Welterusten
en
graag tot ziens!
Jeanneke
*